Vanochtend heb ik me eerst maar eens gemeld bij het CWI. Dat werd nog even een race tegen de klok. Het CWI zit namelijk in een pand midden in het centrum, en zie dan maar eens een parkeerplaats te krijgen. Goed, in een van de parkeergarages zou ongetwijfeld genoeg plek zijn, maar daar zijn de tarieven dan ook naar. Maar alles kwam goed, dankzij een stevig wandeltempo van de auto naar het CWI was ik zowaar maar een paar minuten te laat. Fashionably late, zullen we maar zeggen.
De intake zelf verliep vlot. Wel grappig: ze lieten daar even zien dat er een hoop vacatures waren voor taxichauffeurs, en ter illustratie lieten ze de bovenste van de lijst even zien. Dat bleek precies dezelfde te zijn waarop ik pas gesolliciteerd heb... Ik heb ze wel verteld dat ik al op die vacature gesolliciteerd heb, ik heb er alleen niet bij verteld dat ik in principe al aangenomen ben op die functie.
Al met al duurde de intake niet al te lang, ik was zowaar nog precies op tijd terug bij m'n auto voordat m'n betaalde parkeertijd om was. Op naar de Rechtbank, maar eerst nog even langs m'n advocaat voor een korte voorbespreking en een blik op de pleitnota. Maar goed ook, want daar stonden wel een paar foutjes in. Vervolgens ook nog even de conceptbrief aan Connexxion bekeken, een kleine aanvulling er op gegeven, en toen was het tijd voor de gang naar de Rechtbank.
En die zitting, dames en heren, was een ramp. Vooraf kreeg ik zowaar nog een hand van zowel Sonja als haar advocaat, maar vervolgens bleek dat ze me met hun rechterhand de hand schudden en met hun linkerhand een mes tussen m'n ribben staken. Daarover zometeen meer. Als rechter zouden we de voormalige president van de Rechtbank hebben (volgens mr. Martens een zeer schappelijke man) en er zou ook iemand van de Kinderbescherming bij de zitting aanwezig zijn. Allebei niet dus; de rechter bleek een andere rechter te zijn (en nog een vrouw ook) en de vertegenwoordiging van de Kinderbescherming schitterde ook al door afwezigheid.
Het hele pleidooi van mr. Van Galen bleek vervolgens één grote leugen te zijn. Ik werd zo ongeveer afgeschilderd als een levensgevaarlijke psychopatische maniak die eigenlijk de rest van z'n leven opgesloten zou moeten worden. Daarnaast somde ze zo ongeveer alles op wat Sonja de afgelopen jaren misdaan heeft, maar dan wel dusdanig verdraaid dat het leek alsof ik dat allemaal op m'n geweten had. Zo zou Sonja bijvoorbeeld jarenland door mij psychisch en verbaal mishandeld zijn -- maar de trouwe lezer van deze weblog weet intussen wel beter.
Het amateurisme van mr. Van Galen kwam wederom goed naar voren. Ze eiste wel een straatverbod maar kon niet aangeven om welke straten het dan ging, had ook geen plattegrondje van de buurt aangeleverd, en toen ze uiteindelijk een gebied noemde waar ik van haar niet zou mogen komen klopte de omschrijving ook al niet. Ze eiste een straatverbod niet alleen voor de Brederolaan maar voor zo'n beetje de halve Schrijversbuurt, volgens haar een gebied dat omgeven wordt door de Boutenslaan, de Hoogstraat, de Gestelsestraat en de Edenstraat. Klein detail: de straten Boutenslaan, Hoogstraat en Gestelsestraat vormen een driehoek, de Edenstraat ligt daar buiten. Door dat gebrek aan voorbereiding was ze dus ook niet in staat om een fatsoenlijk document te produceren met een omschrijving van het gebied, en dus moesten de rechter en mr. Martens het maar even doen met een handgeschreven blaadje dat even gauw een paar keer gekopieerd werd. Amateurisme ten top dus.
Voor zo'n kort geding wordt maar een uur uitgetrokken, en die pleitnota hadden we vooraf ook niet gekregen, dus was er geen tijd om al die leugens onderuit te halen. Dat hebben we geweten ook: de rechter negeerde de argumenten van mij en mr. Martens volledig (waaronder het argument dat een taxichauffeur met een straatverbod z'n werk niet kan doen), deed meteen uitspraak (op zich al vrij uitzonderlijk), en gaf Sonja en mr. Van Galen deels minder en deels meer dan ze wilden. Een straatverbod voor de halve Schrijversbuurt hebben ze niet gekregen, wel een straatverbod voor de Brederolaan zelf. Als niet-gevraagde bonus besloot de rechter toen ook nog maar eens om me een straatverbod te geven voor beide gebouwen van Tom's school, beide goed voor twee straten.
Zowel het straatverbod als het contactverbod heeft een duur gekregen van zes maanden, omdat een of andere orthopedagoog en een kinderpsychiater allebei gezegd zouden hebben dat er eerst zes maanden rust moet zijn voordat ze Tom willen behandelen. Het zal de trouwe lezer niet verbazen dat die bewering weer eens niet onderbouwd werd met zoiets triviaals als een schriftelijke verklaring van die orthopedagoog en psychiater, of zelfs maar een naam van die hulpverleners. Dat die zes maanden al anderhalve maand geleden begonnen zijn werd uiteraard gemakshalve ook maar even verzwegen, zodat er straks dus ruim 7,5 maanden verstreken zijn op het moment dat ik m'n kids weer mag zien. En dan zal Sonja wel weer iets anders verzinnen.
Wat dat contactverbod in de praktijk betekent, anders dan de pijn en het verdriet van m'n eigen kinderen niet te mogen zien dankzij de leugens en verdachtmakingen van Sonja? Tom en Max zullen Sinterklaas moeten vieren zonder hun papa, Kerstmis moeten vieren zonder hun papa, Oud & Nieuw moeten vieren zonder hun papa, en mijn verjaardag ook nog missen. Sonja kennende zullen ze nog niet eens een keer mogen bellen of een kaartje mogen sturen.
Ter verhoging van het effect heeft Sonja ook nog een potje zitten janken in de rechtszaal; een huilbui die overigens meteen voorbij was toen de uitspraak kwam...
Zowel mr. Martens als ikzelf waren stomverbaasd. Naar eigen zeggen had hij zo'n vertoning nog nooit meegemaakt; op het laatste moment een andere rechter, geen vertegenwoordiging van de Kinderbescherming op de zitting, en een rechter die dan ook nog eens het hele verhaal van de tegenpartij blindelings overnam zonder ook maar één kritische vraag te stellen. En dus zit er voor ons nog maar één ding op: in hoger beroep gaan. Met een beetje geluk krijgen we dat kort geding nog voor de Kerstdagen op de rol, anders wordt het ergens in januari.
Morgen eerst even langs het kantoor van mr. Martens om een kopie van die pleitnota op te halen (aangezien mr. Van Galen alleen kopieën had meegebracht voor de rechter en mr. Martens), en dan ga ik regel voor regel en woord voor woord alle leugens en andere onzin in dat document onderuit halen. Bij dat hoger beroep zullen de beide "dames" genadeloos onderuit gehaald worden...
Ik kan me ook voorstellen dat de Orde van Advocaten wel eens zeer geïnteresseerd zou kunnen zijn in de praktijken van mr. Van Galen. Hetgeen vervolgens wel eens het zeer abrupte einde van mr. Van Galen's carrière als advocate zou kunnen betekenen. Hopelijk heeft ze al die vacatures voor taxichauffeurs bewaard, ze zou ze binnenkort nog wel eens nodig kunnen hebben.
Na al deze ellende was het tijd voor de laatste rit van de dag: inderdaad, naar Hellen.