donderdag 23 april 2009

Zelfs sterven mag ik niet

Niets in het leven zij me gegund. Geen rust & vrede, geen fatsoenlijke baan met dito baas en dito salaris, geen liefde. Zelfs de eeuwige rust van de dood zij me niet gegund.

Iets na 19:30, juist na m'n tweede glas whisky en nog net vooraleer ik met m'n pillen zou aanvangen stonden de blauwe zwaailichten aan d'n caravan en kwamen er twee oranje jassen binnenvallen: d'n ambulance was gearriveerd. Kennelijk vond iemand dat mijn heengaan zo'n verlies zou zijn voor de wereld dat ingrijpen nodig was. Eerst naar buiten, dan op d'n brancard en d'n ambulance in, en op naar het Mariaziekenhuis in Overpelt. Gelukkig kwam iemand nog op het idee dat ik m'n papieren zou gaan nodig hebben en zaten die (samen met m'n portemonnee) in m'n koffer, dus die ging ook mee. Dat heeft een hoop ellende gescheeld. Wat ik toen nog niet in de gaten had was dat ze m'n verzameling medicijnen ook meegenomen hadden.

Eenmaal in het hospitaal dook d'n spoedarts op, en die wilde uiteraard weten wat er aan de hand was. Ik heb een poging gewaagd om zes jaar terreur samen te vatten in een verhaal van vijf minuten, maar het zal ongetwijfeld niet gelukt zijn. Het hielp ook niet dat na drie minuten z'n telefoon begon te piepen, hij wegliep en vooralsnog niet terugkwam.

Het volgende bezoek dan: d'n politie. Weer geprobeerd zes jaar samen te vatten in een paar minuten en verteld dat ik er geen zin meer in had, waarna de beide heren weer vertrokken.

Weer een tijdje later verscheen de volgende arts. Althans, ik neem maar aan dat het een arts was, kennelijk is het in België niet gebruikelijk dat een arts zich even aan de patiënt voorstelt. Die dame had een professionele begripvolle blik in haar ogen maar ook daarmee zij ik niet geholpen. Even later ging ze weer en nam m'n medicatie mee. De dame heb ik een tijdje later weer teruggezien, m'n medicatie heb ik niet terug bekomen. Met wat moeite heb ik één aangebroken strip Paracetamol terug bekomen vanwege m'n hoofdpijn, maar meer ook niet.

En wat heeft het opgeleverd? Niks positiefs. Geen hulp in elk geval. Ook een zelfmoordpoging is geen reden meer voor zoiets elementairs als opname. Om 21:30 werd ik weer naar huis gestuurd met het telefoonnummer van een psychiater. En daar stond ik dan. Buiten. In de kou. In een dunne katoenen lange broek en poloshirt. Op m'n sloffen. Geen schoenen, geen jas, en geen idee welke kant ik op moest. Volgens die dame was het gewoon één lange rechte weg tot aan de McDonald's (en dan linksaf naar Kattenbos), maar dat is wel een autoweg en daar moogt ge u als voetganger niet begeven.

Na vijf minuten had ik een bushalte gevonden, en nog eens vijf minuten later stopte er een bus die zowaar de goeie kant op ging. Ten dele althans. Een kwartier en € 2,70 later stond ik in het centrum van Lommel. Volgende uitdaging: zes kilometer lopen. Op m'n pantoffels, zonder jas, met koffer. Gelukkig regende het niet.

Na een klein kwartier kwam de redding: ook in België kent men de opgestoken duim, dankzij een stel met drie kids op de achterbank stond ik tien minuten later aan de slagboom. Dat scheelde toch weer een uur lopen.

Terug in m'n caravan kwam uiteraard de onvermijdelijke volgende inzinking...

Maar zij ik er nou iets mee opgeschoten? Nee. Misschien dat in Nederland nu eindelijk eens wat hulpverleners gaan wakker schrikken en daadwerkelijk datgene gaan doen wat ze geacht worden te doen. Maar gezien mijn ervaringen zal dat een geval worden van "eerst zien, dan geloven". Maar eerlijk gezegd verwacht ik dat het weer gewoon zal gaan als altijd: iedereen is op de hoogte, maar met ingrijpen wordt gewacht tot de patiënt zelfmoord heeft gepleegd waarna alle hulpverleners elkaar de schuld geven en er uiteindelijk nog niks van leren.

En wie er nou die ambulance gebeld heeft? Niemand weet het. De beheerder niet, de ambulanciers niet, de politie niet, het hospitaal niet. Dus: wie heeft er gebeld? Wie het ook was, ik weet niet of ik dankbaar moet zijn of kwaad. Dankbaar voor het redden van m'n leven, of kwaad omdat-ie me niet heeft laten sterven.

Geen opmerkingen: